zaterdag 7 december 2024

Hadrianus en Salus


Een mooi hoofd van keizer Hadrianus op de voorzijde. Op de achterzijde de godin Salus. In het oude Rome was Salus de personificatie en godin van gezondheid, welzijn, veiligheid en voorspoed, zowel persoonlijk als voor de staat. De cultus van Salus kreeg in de Romeinse religie een formele rol in de vierde eeuw v.Chr., en er werd een tempel ter ere van haar gebouwd op de Quirinaal in Rome. In deze tempel werden jaarlijks festiviteiten gehouden, bekend als de Salus Publica Populi Romani, waarbij gebeden en offers werden gebracht voor het welzijn van het Romeinse volk en de staat. Onder keizerlijke heerschappij werd Salus steeds meer geassocieerd met de keizerlijke familie en het welzijn van het rijk. Voor de keizers was tot Salus bidden een plicht. Nero (54 – 68) stelde zelfs spelen in, die om de 4 jaren gevierd werden, de Neronia die moesten dienen om Salus gunstig te stemmen voor zijn welzijn en de duur van zijn regering. 

De afbeelding van Salus verscheen vaak op munten, waar ze soms werd afgebeeld met een scepter, een patera (offerschaal) of zoals op deze munt een slang als symbool van genezing. Hier geeft Salus een slang te drinken uit een schaal die zij in haar hand houdt.

vrijdag 8 november 2024

Gallienus en de geit Amalthea


Weer een muntje uit de dierentuin van Gallienus: Tegen het einde van zijn regering sloeg Gallienus een serie munten ter ere van negen goden. Hij vroeg om goddelijke tussenkomst door dieren af ​​te beelden die met goden werden geassocieerd. Dit is een afbeelding van een geit. De god is Jupiter (IOVI). Jupiter wordt door nimfen op de berg Ida grootgebracht. Ze voeden hem met de melk van de geit Amalthea.
De officina (muntwerkplaats) waar deze munt is geslagen is ΞΆ oftewel 6.

Claudius sestertius


Een sestertius van een keizer uit de Julisch-Claudische dynastie. 
Dit is keizer Claudius. Op de keerzijde wordt een eikenkrans afgebeeld met daarin de letters EX SC OB CIVES SERVATOS. Deze legende is een dankbetuiging van de senaat en het volk van Rome aan de keizer voor het redden van het leven van de burgers. Het verwijst terug naar de dankbetuigingen die aan Augustus werden gegeven in 27 v.Chr., toen de senaat hem de corona civica (burgerkrans – hier afgebeeld als de eikenkrans) en de clipeus virtutis (schild van dapperheid) toekende.