Waar mijn vorige munt over de reizen van Hadrianus nog een zoekplaatje was (zoek de hippo), wordt het nijlpaard hier prachtig afgebeeld op de keerzijde van deze fraaie munt. De open bek is goed zichtbaar.
Ook deze munt is er weer een uit een serie van fascinerende munten. Er is veel te vertellen over deze serie.
Op 21 april 248 opende keizer Philippus de festiviteiten ter ere van de duizendste verjaardag van de stichting van Rome in 753 v.Chr. door Romulus en Remus. Ter herinnering aan deze festiviteiten liet de keizer munten slaan met de omschriften Romae aeternae en Saeculares Augg.
Naar verluid werden tijdens deze spelen meer dan 1.000 gladiatoren gedood samen met honderden exotische dieren waaronder nijlpaarden, luipaarden, leeuwen, giraffen en een neushoorn.
De ‘duizendjarige’ munten werden geslagen in goud, zilver en koper, met het portret van een lid van de keizerlijke familie: Philippus I, zijn vrouw Otacilia Severa (zie hier!) of hun zoon Philippus II.
De munten worden door de hedendaagse verzamelaars niet verzameld vanwege de familie op de voorzijde, maar vanwege de dieren op de achterzijde. Elke zogenaamde officina (werkplaats waar munten werden geslagen) kreeg één dier toegewezen. Deze werkplaatsen werden op de munt gemarkeerd door de Romeinse cijfers I, II, III, IIII, V of VI op de achterzijde.
De leeuw was het onderwerp voor de eerste officina, de wolvin met tweeling voor de tweede, de eland voor de derde, het nijlpaard voor de vierde, het hert voor de vijfde en de antilope voor de zesde. Op deze munt is het Romeinse cijfer IIII goed zichtbaar in de afsnede.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.