woensdag 9 oktober 2013
Geld stinkt niet
Een denarius van keizer Vespasianus. En zo hoort een keizer er uit te zien....!
Op de voorzijde is zijn gelauwerde hoofd afgebeeld en op de achterzijde van deze munt zit hij op een stoel, met scepter en palmtak.
Over deze keizer gaat het volgende aardige verhaal. Toen Vespasianus keizer werd, was de schatkist vrijwel leeg (met dank aan de spilzieke Nero). Als zoon van een belastingpachter toonde de keizer zich zeer creatief in het verzinnen van nieuwe heffingen. Hij hief belastingen op alles waar een mens maar belastingen op kon heffen: op een zeker moment hief hij zelfs belasting op urine. Niet dat je hoefde te betalen als je een plasje wilde doen, maar wel als je de kruiken vol urine, die op elke straathoek te vinden waren, kwam legen. Dat deden de wol- en leerbewerkers, want urine is een heel geschikte natuurlijke reiniger voor wol en leer. Dit ging zijn zoon Titus te ver. Suetonius vertelt hoe vader en zoon oneingheid hadden over de belastingen:
Toen Titus hem bekritiseerde omdat hij zelfs een belasting had bedacht op urine, hield hij een munt uit de eerste betalingsopbrengst onder de neus van zijn zoon en vroeg hem of de geur hem tegenstond. Toen Titus "Nee" zei, antwoordde hij: "En toch komt het van urine (Atqui e lotio est)!" (Suetonius, De Vita Caesarum, Divus Vespasianus, 23).
Een antwoord dat later verworden is tot de uitdrukking: pecunia non olet, oftewel geld stinkt niet.
Het geld van de belastingen werd onder andere gebruikt voor de bouw van het magnifieke Colosseum dat onder zijn zoon Titus gereed kwam.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.