Marcus Antonius kon tijdens de slag bij Actium beschikken over 23 legioenen, in totaal zo'n 115.000 man. Veel van deze legioenen had hij overgenomen van Julius Caesar. Om deze legioenen te kunnen betalen liet Marcus Antonius munten slaan door meereizende muntmeesters. De munten die hiervoor gebruikt werden worden 'legioendenarii' genoemd en zien er allemaal hetzelfde uit. Op elke munt staat voor welk legioen deze bedoeld was. Deze denarius was bedoeld voor het vijfde legioen (LEG V).
Op de voorzijde van deze munt is een galei (quinquereme) met roeiers naar rechts afgebeeld. Het omschrift op de voorzijde (bovenaan) luidt ANTAVG, dit betekent Antonius Augurus. De betekenis van de letters onderaan de voorzijde is als volgt. Tresviri of Triumviri Rei Publicae Constituendae Consulari Potestate (drie mannen met consulair gezag voor het inrichten van de staat), afgekort als III VIR.R.P.C, was de officiële wettelijke benaming voor het tweede triumviraat van Octavianus, Antonius en Lepidus in 43 v.Chr. Op de achterzijde zijn twee standaarden te zien met daartussen een legioenadelaar en het opschrift LEG V.
Legio V Alaudae werd in 52 v.Chr. opgericht door Julius Caesar in Gallië. De leden van dit legioen waren Galliërs, dus geen Romeinse staatsburgers. De bijnaam Alaudae (leeuweriken) kregen ze omdat hun helm de vorm had van de pluim van een leeuwerik. Voor het legioen deze bijnaam kreeg heette het vermoedelijk Legio V Gallica. Symbool van dit legioen was de olifant. Tot 49 v.Chr. vocht het legioen in de Gallische Oorlog, daarna werden ze verplaatst naar Hispania.Tussen 41 en 31 v.Chr. stonden ze onder het bevel van Marcus Antonius en vochten ze aan zijn zijde in de Slag bij Actium. Na diens nederlaag werden ze in 30 v.Chr. opgenomen in de rangen van Augustus.